Grote parkieten vinden we terug in Australië, Afrika, Zuid-Amerika en Azië.

- Bij Australische grote parkieten kennen we vooral de rosellasoorten (bv. Prachtrosella, Geelbuik, Pennant ...) als belangrijkste vertegenwoordigers. De kleurenpracht van deze familie is gewoonweg schitterend en maakt deze vogels zeer geliefd.

- De Afrikaanse grote parkieten worden vooral vertegenwoordigd door de agaporniden of dwergpapegaaien. Dit zijn kleine, gedrongen vogels met een korte staart. In hun voorkomen doen ze meer denken aan kleine papegaaien.

- Bij Zuid-Amerikaanse grote parkieten kennen we de geslachten Aratinga en Pyrrhura:

De voornaamste karakteristiek bij de Aratinga’s is hun overwegend groene kleur. Hoewel de uitzondering de regel bevestigt; kijk maar naar onder meer de Yendaja, de Zon- en de Goudparkiet.

Het geslacht Pyrrhura wordt in de avicultuur meer gehouden. Dit omdat ze zich relatief gemakkelijk voortplanten en heel aanhankelijk kunnen worden tegenover hun verzorger. Bovendien zijn ze minder luidruchtig.

- De Aziatische grote parkieten, ook wel edelparkieten genoemd, zijn vaak gehouden in onze avicultuur. De belangrijkste vertegenwoordiger is hier zonder meer de Halsbandparkiet, die gekweekt wordt in alle soorten mutaties. Maar ook de grote Alexander- en de Pruimkopparkiet zijn populaire vertegenwoordigers.